Passend bij de thema's 'De ruimte' en 'De noord- en zuidpool'
werd tijdens onze godsdienstmomenten het Scheppingsverhaal verteld.
Elk godsdienstmoment stonden we stil bij een ander scheppingselement.
Dit kwam ook terug in volgend lied:
Eerst was alles zwart. 'Ik doe iets apart'. Toen kwam dag en nacht, dat heeft God bedacht.
Hiep, hiep hoera voor God want het is fijn, dat er op de aarde mooie dingen zijn!
God zorgde heel gauw voor water mooi en blauw en bovenaan... moeten wolken staan.
Hiep, hiep hoera voor God want het is fijn, dat er op de aarde mooie dingen zijn!
Bloemen, struiken, bomen moeten er komen. God laat ze groeien en ook bloeien.
Hiep, hiep hoera voor God want het is fijn, dat er op de aarde mooie dingen zijn!
Toen keek God heel ver; Hij wou een mooie ster. Sterren en de maan, de zon mag daar ook staan.
Hiep, hiep hoera voor God want het is fijn, dat er op de aarde mooie dingen zijn!
Vissen in de zee, zwemmen heel tevree. Vogels in de lucht vliegen met een vlucht.
Hiep, hiep hoera voor God want het is fijn, dat er op de aarde mooie dingen zijn!
Eerst was alles stil, weet je wat God wil? Dieren op het land van muis tot olifant.
Hiep, hiep hoera voor God want het is fijn, dat er op de aarde mooie dingen zijn!
Weet je wat God zie: 'Er moet nog iets bij. Mensen lief en blij, ja, ik en jij!'
Hiep, hiep hoera voor God want het is fijn, dat er op de aarde mooie dingen zijn!
God was nu heel moe maar keek tevreden toe. Toen rustte Hij wat uit en zingen wij nu luid:
Hiep, hiep hoera voor God want het is fijn, dat er op de aarde mooie dingen zijn!